
La Canta delle Marane
Twee decennia na Vittorio De Sica’s Shoeshine en Bicycle Thieves, borduurt Cecilia Mangini verder op het thema van een naoorlogs Italië dat geen blijf weet met haar jonge generatie. In haar Moerassenlied geeft Pier Paolo Pasolini – wiens roman Ragazzi di Vita als inspiratiebron diende – tekst en stem aan een volwassen man die terugblikt op zijn kindertijd in de buitenwijken van Rome. Samen met een gigantische bende kwajongens, die Mangini uit de werkelijke buitenwijken optrommelde, maakte hij er de lokale marane (open riolen, n.v.d.) onveilig. In haar agressieve maar levenslustige portret rollen ze door gras en moeraslanden, zonnebaden ze en gaan ze op de vuist met elkaar.
Daarmee is Mangini uit op disharmonie. Op beeld beleven haar jongeren een ogenschijnlijk zorgeloze zomer, die ze overschaduwt met Pasolini’s terugblik en een piano die richting mineurakkoorden trekt. De lokale plas waarin de Romeinse jeugd ravot, leest al snel als een kweekvijver voor een uitzichtloze toekomst. (Flo Vanhorebeek)
La Canta delle Marane is deel van een retrospectieve rond het werk van Mangini, gecureerd door het Brussels International Female Film Festival (BIWFF).