Ours is a Country of Words

Festivals
Film Fest Gent
2017
Visions du Réel
2018
BiografieBiography

Mathijs Poppe

Filmmaker Mathijs Poppe (België, 1990) ontwikkelde nauwe banden met de Palestijnse gemeenschap in Libanon sinds zijn eerste bezoek aan het vluchtelingenkamp Shatila in 2008. In 2017 studeerde hij af aan KASK School of Arts met zijn geprezen film Ours is a Country of Words, gefilmd in Shatila. Voor zijn eerste langspeelfilm, The Jacket (2024), verdiepte Poppe zijn samenwerking met de Palestijnse acteur Jamal Hindawi en diens familie. Beide films begeven zich subtiel op de dunne grens tussen documentaire en fictie.

PRIJS €2,50
PRICE €2,50
BESCHIKBAARHEID
Wereldwijd
AVAILABILITY
Wereldwijd
ORIGINELE TAAL Arabisch
ORIGINAL LANGUAGE Arabisch
ONDERTITELING Engels, Frans
SUBTITLES Engels, Frans
Beeldverhouding
16:9
WATCH THE DOUBLE BILLKIJK DE DOUBLE BILL
Kijk deze film samen met The White Elephant. Watch this film in a bundle with The White Elephant.
PRIJS €4
PRICE €4
BESCHIKBAARHEID
Wereldwijd
AVAILABILITY
Wereldwijd
#029
© Ours is a Country of Words (Mathijs Poppe, 2017)

Ours is a Country of Words

Ours is a Country of Words speelt zich af in Shatila, een vluchtelingenkamp dat in Libanon werd gebouwd toen duizenden Palestijnen in 1948 hun land ontvluchtten. Op een onbepaald moment in de toekomst wordt de droom van de vluchtelingen om terug te keren naar Palestina werkelijkheid. Maar terwijl de families zich voorbereiden op hun fictieve terugkeer, wordt langzaam duidelijk dat deze droom ver afstaat van hun dagelijkse leven in het kamp.

Ours is a Country of Words mengt fictie en documentaire in een neerslachtig verhaal. Het Palestijnse kamp Shatila biedt onderdak aan duizenden mensen die in 1948 de Nakba (Arabisch voor ‘catastrofe’) overleefden. De Nakba creëerde de eerste generatie ontheemde Palestijnen die geen thuisland meer hadden toen hun dorpen en steden werden verwoest en bezet door kolonisten. Met de belofte van een nieuw land voor de Joden, gedaan door de Britse regering, richtte het zionisme de staat Israël op en verdreef het de inwoners van Palestina. Hun recht op terugkeer werd een ongrijpbare droom, een realiteit van ballingschap die zich uitstrekt over meerdere generaties. 

Hun erfgoed zijn de ouderlijke huizen waaruit ze werden verdreven, samen met de herinneringen aan hun voorouders. Deze verbeelding wordt nieuw leven ingeblazen door dialogen tussen personages in Ours is a Country of Words: gesprekspartners stellen zich de architectuur van Palestina voor, overwegen of ze in een stad of een dorp zullen wonen, en fantaseren over de mogelijke vriendschappen met buren die ze nog niet hebben ontmoet. 

De film opent in het donker. De voice-over met een Palestijns accent informeert ons dat we naar een “film” aan het kijken zijn, wat de kunstmatigheid van de beelden benadrukt en tegelijk een verband legt met de realiteit van de Nakba. De stem van de man plaatst ons als kijkers in een verbeelde toekomst, een “waarin Palestina weer vrij is”. Ironisch genoeg bekijken we deze film in 2025, te midden van de voortdurende genocide in Gaza en de etnische zuivering en apartheid op de Westelijke Jordaanoever. In contrast met de harde realiteit van het heden, toont de sciencefictionachtige aanpak  van Ours is a Country of Words het verlangen naar een toekomst waarin Palestina is bevrijd en vluchtelingen kunnen terugkeren.

Poppe moedigt kijkers aan na te denken over wat zo’n toekomst zou kunnen bevatten. Het visioen van een bevrijd Palestina belichaamt de hoop van talloze generaties. Hier bewijst cinema een krachtig medium te zijn dat verschillende realiteiten kan overbruggen: het verhaal schommelt tussen alledaagse scènes — diners, studeren — en diepgaande discussies over de terugkeer, vol praktische overwegingen: waar belangrijke papieren en diploma’s bewaren, welke routes nemen, hoe genoeg geld te verzamelen voor de reis en, uiteindelijk, wat te doen bij aankomst. 

De titel van de film vat die strijd samen: vechten voor het behoud van taal en verbeelding is een vorm van verzet. Woorden drijven van het rijk van dromen en fictie naar het harde landschap van de werkelijkheid. Het begeleidende beeldmateriaal contrasteert sterk met deze introspectie en herinnert aan het tijdelijke bestaan van de inwoners, die altijd bereid zijn om te vertrekken. 

Maar als het recht op terugkeer werkelijkheid wordt, wie heeft dan de wil en de mogelijkheid om dat ook echt te doen? Poppe brengt de ervaringen in beeld van wie ervoor kiest om in de kampen te blijven, uit verlangen of uit noodzaak. Wanneer jongere generaties Palestijnen, opgegroeid in vluchtelingenkampen, dromen van hun thuisland, vullen levendige beelden van een pittoresk dorp en landbouwgrond hun geest. Ze stellen het zich voor als bevroren in de tijd, zoals het was in de tijd van hun grootouders voor ze van het land werden verdreven. Ze stellen zich een toekomst voor die lijkt op een terugkeer naar het verleden.

De alledaagse uitwisselingen tussen de personages over hun terugkeer zijn verstoken van opwinding of angst, maar wel doordrenkt van vastberadenheid en soms zelfs ironie. Hun wil om terug te keren is onlosmakelijk verbonden met het idee dat hun bestaan in het kamp altijd bedoeld was om tijdelijk te zijn. Dat voorlopige verblijf heeft zich in de loop der tijd uitgerekt, waardoor nieuwe generaties zijn ontstaan die niets anders hebben gekend dan het kamp waar ze zijn geboren en opgegroeid. Hun materiële omstandigheden — instabiele huisvesting, onzeker werk en een gebrek aan gezondheidszorg — doen hen protesteren. Demonstranten willen geen hulp om hun leven te verbeteren maar eisen wel de middelen om hun strijd voort te zetten richting de bevrijding van hun vaderland.

Met poëtisch evenwicht vangt Poppe de complexiteit van ontheemding, veerkracht en hoop. Het nodigt kijkers uit om na te denken over het blijvende karakter van de Palestijnse strijd en de hardnekkige droom van terugkeer, wat er ook gebeurt.

TEKST DOORTEXT BY
Vertaald door

Aan de hand van internet beelden die Israëli’s deelden tijdens de Golfoorlog, de Eerste Intifada en trance-concerten, schetst Shuruq Harb het portret van een Palestijnse tiener in de jaren negentig. In de spiegel van de Israëlische popcultuur en het politieke klimaat van de Oslo-akkoorden worstelt zij met haar angsten.