J’ai faim, j’ai froid

© J’ai faim, j’ai froid (Chantal Akerman, 1984)

J’ai faim, j’ai froid

Bijna tien jaar na haar recentelijk door filmcritici tot “beste film aller tijden” verkozen Jeanne Dielman, 23 quai du Commerce, 1080 Bruxelles, maakte Chantal Akerman het amper twaalf minuten durende J’ai faim, j’ai froid. Daarin lopen twee jonge Brusselse meisjes al kettingrokend weg van huis, richting Parijs.

De opgejaagde pubers spreken vluchtig, alsof er geen tijd te verliezen is. Hun roekeloosheid doet denken aan Akermans eigen gedrag in haar allereerste kortfilm Saute ma ville (1968), waarin ze de domestieke huishoudtaken die traditioneel aan vrouwen worden toegewezen, op hun kop zet. In J’ai faim, j’ai froid toont ze jonge vrouwen die uit hetzelfde hout lijken te zijn gesneden: hongerig, speels en met zin voor rebellie.

J’ai faim, j’ai froid maakt deel uit van de anthologiefilm Paris vu par… vingt ans après waarin ook filmmakers Philippe Garrel, Frédéric Mitterrand en Vincent Nordon een korte vignette rond het Parijse leven inblikken.