Downside Up
Door één camerabeweging onderzoekt deze film onze relatie met de grond. Het gezichtspunt wisselt voortdurend. Plaatsen, objecten, mensen en gebeurtenissen komen in beeld. Deze observaties versnellen geleidelijk en onthullen een dubbelzijdige grond die omdraait als een opgeworpen munt, om daarna weer te vertragen en rond de rand van de aarde te slingeren.
“Hoppekee. We buitelen. We duikelen. We duizelen. We zeggen bijna “aah” en “oooh” tijdens het kijken naar deze film. We voelen het kriebelen in de buik. Een soort rollercoaster maar dan zachter: meer tuimelen en tollen, eerder dan vallen. We zijn er ondersteboven van.
De zon schijnt. Vogels fluiten. Een luchtballon ligt op de grond. We ontstijgen, overstijgen. Alsof we de zwaartekracht uitdagen met een touwtje aan de enkel, toch nog een beetje verbonden. We starten in de vaste grond onder onze voeten, en ontspringen, grijpen als een gretige kiem in de lente naar de zon. Opgeladen glijden we verder, lichtvoetig.
We spelen met perspectief. Handig op het moment dat sommigen zo’n starre blik houden op de wereld en op hoe we er ons in zouden moeten bewegen. Het helpt om de dingen van andere kanten te bekijken. Los te komen. Los te laten. Spelende, dartelende mens zijn. Jezelf vrij te kijken.” — Anouk De Clercq
Downside Up werd gekozen door Anouk De Clercq, als reactie op Sebastian Schaevers’ La Chute. De Clercq onderzoekt het potentieel van audiovisuele taal om mogelijke werelden te creëren. Haar recente werk is gebaseerd op het utopische idee van ‘radicale empathie’. Haar werk was onder andere te zien in Tate Modern, Centre Pompidou, Museo Nacional Centro de Arte Reina Sofia, BOZAR, International Film Festival Rotterdam, Berlinale, Ars Electronica. Anouk De Clercq is gastprofessor bij School of Arts in Gent, stichtend lid van Auguste Orts en initiatiefnemer van Monokino. De Clercq is de auteur van Where is Cinema, uitgegeven door Archive Books.
De inwoners van Zinal zijn nihilistisch en cynisch. Zelfs wanneer een paraglider op mysterieuze wijze uit de lucht valt lijkt het hen niets te kunnen schelen. Het stadje in de Zwitserse Alpen kijkt recht op naar de smeltende gletsjers van de Couronne Impériale. Als de dreiging zo onmiddellijk is, en de persoonlijke onmacht zo groot, is er dan een andere manier dan te reageren met onverschilligheid?