Flowers blooming in our throats
Eva Giolo filmt haar vrienden in hun eigen huis en vraagt hen enkele kleine handelingen uit te voeren: gebaren die de fragiele balans van het dagelijks leven weerspiegelen, en soms agressiever worden. Een intiem en poëtisch portret van het leven in een huiselijke setting. Een cinematografisch gedicht als antwoord op de wereldwijde pandemie van 2020.
Soms moet je het uitgangspunt van een film niet ver gaan zoeken. Handen: in Flowers blooming in our throats zet de Brusselse Eva Giolo in op het tactiele via een resem repetitieve handelingen, gefilmd op zonovergoten 16mm pellicule. Een ritmische collage die soms wat verdwaalt in raadselachtigheid, maar de toeschouwer wel denkruimte gunt om eigen interpretaties of herinneringen aan de beelden te koppelen.
Een draaitol op spiegelglas geeft het startschot. De handen van een reeks gezichtsloze personages volgen elkaar op. Ze kneden, prullen, knippen en grijpen. Soms binnenshuis, soms buiten in de tuin. Nu en dan schuift Giolo een roodfilter voor de lens. Met dat laatste wil de cineast een agressiviteit toevoegen aan de scènes, maar de serene natuur van de beelden steekt een stokje voor die intenties. Ook de klankband, hoewel ijzersterk opgenomen, voegt onvoldoende elementen toe om de kijker richting ongemak te sturen.
Of dat kwalijk is? Zeker niet. Want ook buiten de rode tinten moedigt de film aan tot meer dan het observeren van haar grondlagen. Sommige acties doen mijmeren over een vervlogen jeugdigheid, anderen zoeken de schoonheid op in de banaliteiten van het huishouden. Die kwaliteiten zouden we kunnen afschuiven op het analoge materiaalgebruik, maar dat zou oneerbiedig zijn. Daarvoor zijn de handelingen te nauwkeurig gekozen.
De aan flarden geknipte bloemen herinneren aan de vele boeketten die ooit op de eigen keukentafel pronkten. Diezelfde nostalgische sfeer is ook eigen aan het gefriemel en gepruts met rekkers en touw. Ze bevatten een kinderlijke onschuld die we in ons volwassen leven als naïef en vervelend zijn gaan aanschouwen. Ze voegen rust toe aan het geheel, ook al doorbreekt de klankband dit via haar wil om te overheersen. De handen die draden langs hun vingertoppen laten glijden, ramen sluiten of andermans handen grijpen, voelen als een soort verlengde van de eigen ledematen. Dit is poëtische cinema die je door het scherm heen trekt en je de kans geeft om even uit te blazen. Heerlijk!
De film werd geproduceerd in opdracht van en door In Between Art Film voor het project Mascarilla 19 – Codes of Domestic Violence.