All We Ever Wanted Was Everything

BiografieBiography

Enzo Smits

Enzo Smits (België, 1988) behaalde een Master in Audiovisuele Kunsten aan LUCA School of Arts met de film All We Ever Wanted Was Everything. Zijn kortfilm It Won't Be Long Now uit 2016 maakte deel uit van de op Canvas uitgezonden documentaire reeks ‘4x7'. De afgelopen jaren publiceerde hij twee graphic novels, samen met illustrator Ward Zwart. Zijn meest recente kortfilm Daysleeper ging in première op Film Fest Gent 2022. De leefwereld van jongeren en subcultuur staan vaak centraal in zijn werk.

CREDITS
Scenario Script
Camera
Editor Montage
Sound Geluid
Production Productie
Film School Filmschool
PRIJS €2,50
PRICE €2,50
BESCHIKBAARHEID
Wereldwijd
AVAILABILITY
Wereldwijd
ORIGINELE TAAL Nederlands
ORIGINAL LANGUAGE Nederlands
ONDERTITELING Engels
SUBTITLES Engels
Beeldverhouding
4:3
WATCH THE DOUBLE BILLKIJK DE DOUBLE BILL
Kijk deze film samen met I Am Good At Karate. Watch this film in a bundle with I Am Good At Karate.
PRIJS €4
PRICE €4
BESCHIKBAARHEID
Wereldwijd
AVAILABILITY
Wereldwijd
#007
© All We Ever Wanted Was Everything (Enzo Smits, 2014)

All We Ever Wanted Was Everything

Een portret van een groep jonge skateboarders in een Vlaamse voorstad. Ze skaten, wachten, hangen rond, en dagdromen. Ze fantaseren over weggaan, maar zouden niet weten waarheen. De beelden op hun televisieschermen lijken net als  de posters op de muren van hun slaapkamers toegang te bieden tot een verbeelde wereld. De film is een persoonlijke terugblik op de adolescentie, verteld aan de hand van toevallige ontmoetingen, triviale momenten en gefictionaliseerde herinneringen.

Tussen een eerste date en een eerste kus, tussen een afscheid en een begrafenis, tussen een laatste examen en een proclamatie liggen ogenschijnlijk lege momenten. Met All We Ever Wanted Was Everything zoomt Enzo Smits daar op in. Hij vindt er een schoonheid die zich niet snel laat opmerken. Eerder dan een narratief geheel is Smits’ debuutfilm een stroom aan impressies. Een groep vrienden vult samen hun vrije tijd. Ze praten, wandelen en gamen. Ze staren voor zich uit en dwalen af. Waarop wachten ze? De eerste schooldag? Een taxi? Het aanbreken van hun volwassenheid? Een klok tikt hoorbaar op de achtergrond terwijl een van de jongens een kop thee opwarmt. De tijd glipt hen door de vingers, maar niemand haast zich. Opgroeien is een les in wachten.

Bewust toont Smits uitsluitend deze ‘dode’ momenten. Daardoor lijkt hij te beantwoorden aan wat volgens André Bazin de ultieme droom was van Cesare Zavattini, een Italiaanse regisseur die in de jaren vijftig en zestig verbaasde met opvallend lege films. Hij droomde ervan “een film te maken van negentig minuten over een man in wiens leven niets gebeurt.” 1 Volgens Zavattini verkoopt cinema haar ziel, wanneer ze zich toelegt op het fictionaliseren van de werkelijkheid. Schoonheid ligt niet in grootse momenten, maar ergens daartussen. Keer op keer leidt Smits de aandacht naar die temps morts, naar dagelijkse momenten die op het eerste gezicht betekenisloos lijken. Twee vrienden staan naast een boom en turen de verte in. Een groep skaters wandelt de horizon tegemoet. Een tiener staart al gamend naar zijn tv. Smits rijgt uit het leven gegrepen taferelen aaneen en weerstaat de drang hen op te smukken met verrassende plotwendingen, vooraf bepaalde beeldcomposities of catchy oneliners. Hij benadrukt zo wat Zavattini “de banale dagelijksheid van het leven” noemde. Zulke momenten, schrijft hij, zijn niet groots “door hun uitzonderlijke kwaliteiten, maar door hun normale kwaliteiten.” 2 

Met All We Ever Wanted Was Everything laat Smits ons kijken naar wat ons dagelijks omgeeft, maar ons niet langer opvalt, omdat we er zo gewend aan zijn. Kijken we voor één keer echt naar wat ons omringt, dan zien we daar eindelijk de schoonheid van in. Dat cinema van nature mimetisch is – ze kan de werkelijkheid haarfijn weergeven –,  maakt haar het uitgelezen medium om ons te confronteren met de werkelijkheid die we denken te kennen. Smits dwingt onze blik naar waar we maar al te graag overheen kijken. Het normale wordt dan boven-normaal en het banale spectaculair. Voorzichtig schraapt Smits de ene na de andere laag van zijn kortfilm tot slechts een associatieve collage van beelden overblijft. Het kan paradoxaal klinken, maar juist door het ene na het andere uit te gommen ontstaat betekenis. Soms kan een afwezigheid zo opvallend zijn dat ze aanwezig wordt. In All We Ever Wanted Was Everything vervult het skaten die eervolle rol van aanwezige afwezige.

Smits maakt geen skatefilm in de stijl van Gus van Sants Paranoid Park of Paul Brown en Alan Sacks Trashin’, met lyrisch camerawerk dat zich in hoeken en bochten wringt om de sprongen van de skaters te filmen. Hier komt skaten zelf amper aan bod komt. Wie zien hoe mensen kijken naar skaters, met boards op hun rug fietsen, naar skatefilmpjes kijken. Wat Smits niet toont is een scène waarin de jongens eindelijk eens vol zelfvertrouwen op hun bord gaan staan om vervolgens hun strafste kunstjes te etaleren. En dat is ook niet nodig. Zo’n beeld zou zelfs overbodig zijn. In elk beeld klinkt immers een echo van die ene activiteit die de tieners, zo lijkt het, dag in dag uit beoefenen, maar zelf amper in beeld komt. Elk beeld draagt sporen in zich van dat ene beeld dat maar niet verschijnt. Zo speelt Smits een ingenieus, postmodern spel met betekenis. Elk begrip, schreef Jacques Derrida eind jaren zeventig, draagt steeds in zich wat het niet is. Het herinnert aan dat wat afwezig is.

Een skateboard staat sinds datzelfde decennium symbool voor een zich ontplooiende jongerencultuur en haar verzet tegen de dominante cultuur, met haar dogmatische distincties tussen goede tijdsbesteding en tijdsverspilling, hoge en lage kunst, olympische sport en loutere lichaamsbeweging. Een skateboard staat voor een queeste naar vrijheid en erkenning. All We Ever Wanted Was Everything roept die betekenissen op, zonder dus het skaten zelf te tonen. Smits zoekt keer op keer een liminale ruimte, waarin afwezig is wat centraal lijkt te staan en aanwezig is wat op het eerste gezicht irrelevant lijkt. In die leegte ligt niet alleen schoonheid, maar ook betekenis en zin.

  • 1André Bazin, What Is Cinema Vol. II, University of California Press, 2005, p. 82.
  • 2Cesare Zavattini, Some ideas on cinema, in Film Manifestos and Global Cinema Cultures: A Critical Anthology, edited by Scott MacKenzie, 2014, pp. 127-128.
TEKST DOORTEXT BY
Credits
Scenario Script Enzo Smits Camera Grimm Vandekerckhove Editor Montage Thomas Pooters Sound Geluid Kwinten Van Laethem Production Productie Enzo Smits Film School Filmschool LUCA School of Arts, Sint-Lukas Brussel